We volgen de bordjes imbarchi want die leiden je hier altijd naar de waterrand. En dat is zo’n beetje garantie op een mooie foto… De trappen naar die waterrand zijn begroeid met onkruid, liggen bedekt met herfstbladeren en zijn wat verzakt. Na wat geschuifel staan we beneden aan het water. We nemen inderdaad onze fotootjes en wandelen via de autoweg terug naar de auto.
Heel veel moois dus op een kleine oppervlakte… Aan wat doet jou dat denken? Aan een attractiepark! In de zomer wordt Bellagio overspoeld door toeristen. De prijzen van de hotels en restaurants gaan fors de hoogte in. Een aperitief kost je hier het dubbel dan wat je zou betalen wat verderop. De winkeltjes zijn afgestemd op de (begoede) toeristen: juwelen, horloges, kunst, antiek maar ook olijfolie en wijn.
Niettegenstaande blijft Bellagio meer dan waard om te bezoeken en de stad te ontdekken. Maar relativeer de toeristische gidsen en weet dat er nog mooiere meer authentieke dorpjes aan het Comomeer te ontdekken vallen. Het is maar wat je zoekt natuurlijk. Uit deze overtuiging is deze blog gegroeid: wij willen het échte Comomeer ontdekken en vooral aantonen dat het hier niet allemaal poepsjiek en per definitie duur is.
Om de dag af te sluiten willen we nog even naar La Punta gaan, het uiterste puntje van Bellagio waar het Comomeer letterlijk in twee wordt gesplitst. We gaan met de auto en doen door de vele éénrichtingstraatjes drie toertjes voor we eindelijk uit Bellagio raken. Te voet gaan had een betere optie geweest.
Wat biedt La Punta? Een gesloten restaurant, een haventje en een prachtig uitzicht op de besneeuwde bergtoppen. Het stevige briesje is inclusief vandaag!