Vanuit Torno rijden we naar Blevio, vijf minuutjes verderop. Blevio is zo’n typisch dorpje aan het Comomeer: de mooie (prijzige) huizen en villa’s, prachtige tuinen en schilderachtige oevers liggen wat lagerop, goed verborgen naast de rijweg. Wil je Blevio ontdekken dan moet de wagen aan de kant.
We parkeren op het kleine pleintje en gaan via de dichtbegroeide trappen naar beneden langs de mooie tuinen en huizen. Hoe dichter bij de oevers, hoe meer de huizen en eigendommen afgeschermd worden… Toegangspoorten, dichtbegroeiende hagen, ommuurde tuinen, ja hierachter liggen enkele schatten van het Comomeer! We slaan een praatje met een vriendelijke Italiaan, een Moltrasini zo blijkt die bovendien Isa Donegana van Il Trattoria del Fagiano kent. Wat een toeval!
Blijkbaar houdt de aristocratie ook van sport. Een voetbalveld met kunstgras, tennispleinen en een kajakclub liggen op wandelafstand van elkaar. En valt de tikker van de gefortuneerde bewoner tijdens het sporten stil, dan kan die meteen horizontaal naar de gemeentelijke begraafplaats.
Net voor de begraafplaats ligt het kleine gemeentepark. Twee oude mannetjes kibbelen er op los, een koppel fietsers puft uit en wij leggen ons in de schaduw op het gras. Blevio ademt rust!
Tussen het gemeenteparkje en het kerkplein ligt Ristorante Momi. Het klinkt en ziet er sjiek uit op het eerste zicht, maar het restaurant is heel toegankelijk. Het is nog wat vroeg om te gaan eten maar vanavond moeten we op tijd in Milaan zijn om het vliegtuig niet te missen. De vriendelijke ober stemt toe en zo zitten we om half zes al aan tafel. A-typisch Italiaans…
Heel voldaan van een fantastisch weekend zwaaien we Blevio uit… Ciao!